-
1 iemand iets in overweging geven
iemand iets in overweging gevensoumettre qc. à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand iets in overweging geven
-
2 overweging
♦voorbeelden:iets in overweging nemen • prendre qc. en considérationiemand iets in overweging geven • soumettre qc. à qn. -
3 voorleggen
[ter overweging geven]unterbreiten -
4 bedenken
bedenken1 overdenken, nadenken over, overwegen2 bedenken, denken aan3 bedenken, bedelen♦voorbeelden:wenn ich es so recht bedenke • als ik er zo eens goed over nadenk1 zich bedenken, nadenken over -
5 unterbreiten
unterbreiten11 (uit)spreiden, leggen onder————————unterbreiten21 voorleggen ⇒ in, ter overweging geven♦voorbeelden: -
6 zu bedenken geben
-
7 entertain
v. vermaken; gastheer (gastvrouw) zijn; overblijven[ entəteen]1 een feestje/etentje geven ⇒ gasten hebbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 look
n. blik; uitdrukking; gezicht; voorkomen; rol; uiterlijk--------v. kijken; lijken, er uit zien; zoeken; zienlook1[ loek]4 mode5 uitzicht♦voorbeelden:by the look(s) of it/things • zo te zienII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————look21 kijken ⇒ (proberen te) zien, aandachtig/zoekend kijken2 uitkijken ⇒ uitzien, liggen♦voorbeelden:look about/around • om zich heen kijken, rondkijkenlook on • toekijkenlook at • kijken naar, in ogenschouw nemen; beschouwen, onderzoekento look at him … • naar zijn uiterlijk te oordelen …not look at • niet in overweging nemen, niets willen weten vanlook beyond • verder kijken danlook down the road • de weg af kijken2 look onto/towards • uitzien/uitkijken oplook to the south • op het zuiden liggen¶ look you! • kijk!look down (up)on • neerkijken oplook forward to • tegemoet zien, verlangen naarlook here! • kijk eens (even hier)!, luister eens!look in on someone • bij iemand langskomen/aanlopenlook after • passen op, zich bekommeren om; toezien oplook after oneself, look after one's own interests • voor zichzelf zorgenlook for • zoeken (naar)look for trouble • om moeilijkheden vragenlook (up)on someone as • iemand beschouwen als/houden voor→ look back look back/, look out look out/, look round look round/, look through look through/, look to look to/, look up look up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zijn blik richten op ⇒ kijken (naar), zien4 zorgen♦voorbeelden:look someone down • iemand de ogen doen neerslaanlook what you've done • kijk nou (eens) wat je gedaan hebtlook who's here! • kijk eens wie daar aankomt/wie hebben we hier!he isn't looking himself today • hij is niet geheel zichzelf vandaag4 look that … • ervoor zorgen dat …1 lijken (te zijn) ⇒ uitzien, de indruk wekken te zijn♦voorbeelden:look interesting/promising • er interessant/veelbelovend uitzienlook ill/well • er slecht/goed uitzienlook like • eruitzien als, lijken opthis looks to me like an exit • volgens mij is dit een uitgangit looks like snow • er is sneeuw op komsthe looks as if he has a hangover • hij ziet eruit alsof hij een kater heeft -
9 suggestion
n. voorstel; vermelding; suggestie[ sədzjestsjn]1 suggestie ⇒ aanduiding, aanwijzing; ingeving, wenk, zinspeling; mededeling; idee, overweging; voorstel, raad♦voorbeelden:at the suggestion of • op aanraden/voorstel vanhave a suggestion of • de indruk geven van
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский